bewoording
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bewoording (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /bə.ˈʋo̝ːr.dɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈβ̞oːr.dɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈwoːr.dɪŋ/
Woordafbreking
- be·woor·ding
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bewoorden met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewoording | bewoordingen |
verkleinwoord | bewoordinkje | bewoordinkjes |
Zelfstandig naamwoord
bewoording v
- een beschrijving in woorden
- Voor die prachtige daad was geen bewoording goed genoeg.
- de woorden waarmee je iets vertelt
- Zijn bewoording van het probleem was kort- en bondig en voor iedereen begrijpelijk.
Gangbaarheid
- Het woord bewoording staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bewoording' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.