bevroeden
Nederlands
Woordafbreking
- be·vroe·den
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘begrijpen’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- afgeleid van vroed (wijs) met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bevroeden |
bevroedde |
bevroed |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bevroeden
- inergatief begrijpen, vermoeden
- Hij sprak die woorden uit, zonder te bevroeden hoe profetisch deze zouden zijn.
- Hij had kunnen bevroeden dat het geen zuivere koffie was.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bevroeden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bevroeden' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.