bevorderlijk
Nederlands
Woordafbreking
- be·vor·der·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bevorderen met het achtervoegsel -lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bevorderlijk | bevorderlijker | bevorderlijkst |
verbogen | bevorderlijke | bevorderlijkere | bevorderlijkste |
partitief | bevorderlijks | bevorderlijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bevorderlijk
- de eigenschap bezittend iets te bevorderen
- Die maatregel is niet erg bevorderlijk voor de werkgelegenheid.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bevorderlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bevorderlijk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.