bevlogen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vlo·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bevliegen

bevlogen

  1. meervoud verleden tijd van bevliegen
    • Wij bevlogen. 
    • Jullie bevlogen. 
    • Zij bevlogen. 
  2. voltooid deelwoord van bevliegen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bevlogenbevlogenerbevlogenst
verbogen bevlogenste
partitief bevlogensbevlogeners-

Bijvoeglijk naamwoord

bevlogen

  1. met grote passie, met veel inspiratie, met grote ijver
    • Hij was een bevlogen medewerker bij artsen zonder grenzen. 

Gangbaarheid

  • Het woord bevlogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.