betten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bet·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bevochtigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1460 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
betten
bette
gebet
zwak -t volledig

Werkwoord

betten

  1. overgankelijk bevochtigen met een lapje of een depper
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
betten

betten

  1. meervoud verleden tijd van betten
    • Wij betten. 
    • Jullie betten. 
    • Zij betten. 

Gangbaarheid

  • Het woord betten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.