betamen
Nederlands
Woordafbreking
- be·ta·men
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘behoorlijk zijn’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
- afgeleid van het Middelnederlandse tamen met het voorvoegsel be- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
betamen |
betaamde |
betaamd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
betamen
- onpersoonlijk wat volgens de zeden en normen zo zou moeten zijn
- Zoals het een Belgische prinses betaamde, werd zij streng katholiek opgevoed.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord betamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'betamen' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.