bereiding

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • be·rei·ding
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van naamwoord van handeling bereiden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord bereiding bereidingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bereiding v [1]

  1. iets maken uit grondstoffen bijvoorbeeld het maken van een maaltijd uit voedingsmiddelen
    • De bereiding van erwtensoep is een tamelijk langdurig proces. 
  2. keer dat je iets klaarmaakt
    • Hij was bezig met de bereiding van het kerstdiner. 
  2. iets dat klaargemaakt is
    • Er zijn vele bereidingen van zalm. 

Gangbaarheid
  • Het woord bereiding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.