bepraten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·pra·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bepraten
bepraatte
bepraat
zwak -t volledig

Werkwoord

bepraten

  1. overgankelijk door praten iemand tot een verandering in zijn standpunt overhalen
    • Uiteindelijk liet hij zich toch bepraten. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bepraten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.