bepleiten
Nederlands
Woordafbreking
- be·plei·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bepleiten |
bepleitte |
bepleit |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
bepleiten
- overgankelijk argumenten aandragen om een te nemen beslissing in bepaalde zin te beïnvloeden
- Er werd een verlaging van het tarief bepleit.
- Tijdens zijn pleidooi bepleitte de advocaat vrijspraak voor zijn cliënt.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. argumenten aandragen om een te nemen beslissing in bepaalde zin te beïnvloeden
Gangbaarheid
- Het woord bepleiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bepleiten' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.