benauwde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·nauw·de

Bijvoeglijk naamwoord

benauwde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van benauwd

Werkwoord

vervoeging van
benauwen

benauwde

  1. enkelvoud verleden tijd van benauwen
    • Ik benauwde. 
    • Jij benauwde. 
    • Hij, zij, het benauwde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.