belastbaar
Nederlands
Woordafbreking
- be·last·baar
Woordherkomst en -opbouw
afleiding van naamwoord van handeling belasten met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | belastbaar | belastbaarder | belastbaarst |
verbogen | belastbare | belastbaardere | belastbaarste |
partitief | belastbaars | belastbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
belastbaar
- dat het gewicht kan en mag dragen
- Het gebroken been is na de operatie weer volledig belastbaar
- waarover belasting wordt geheven
- Het belastbaar inkomen was heel laag door alle aftrekposten die de belastingplichtige had opgevoerd.
Gangbaarheid
- Het woord belastbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.