bekoring

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ko·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bekoren met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord bekoring bekoringen
verkleinwoord bekorinkje bekorinkjes

Zelfstandig naamwoord

bekoring v

  1. aangetrokken zijn
    • De bekoring sloeg over in realisme toen hij de prijs zag. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bekoring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.