behelzen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·hel·zen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘inhouden’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
  • afgeleid van halzen met het voorvoegsel be- [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
behelzen
behelsde
behelsd
zwak -d volledig

Werkwoord

behelzen

  1. inergatief betrekking hebben op
    • Dit boek behelsde een aanklacht op de katholieke kerk. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord behelzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.