bedwinger
Nederlands
![](../I/m/De_bedwingers_van_Atjeh_-_kopie.jpg)
[1] bedwinger van Atjeh
Woordafbreking
- be·dwin·ger
Zelfstandig naamwoord
bedwinger m
- iemand van een heel sterke tegenstander weet te winnen
- Van Barneveld haalde als tweede Nederlander de halve finale. Jelle Klaasen ontsnapte vrijdagmiddag tegen Alan 'Chuck' Norris ook aan uitschakeling. De bedwinger van zestienvoudig wereldkampioen Phil Taylor kwam terug van een achterstand van 3-1 en won met 5-4. [1]
- iemand die een heel zware taak uitvoert
- De 85-jarige Nepalees Bahadur Sherchan probeerde de afgelopen jaren zijn titel van oudste mannelijke bedwinger van mount Everest te heroveren. Steeds ging de titel aan zijn neus voorbij door administratieve fouten en in 2016 door een aardbeving bij het basiskamp. In 2017 overleed hij aan het begin van zijn klim, nog voor hij zijn record had teruggewonnen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord bedwinger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bedwinger' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia 12-01-17 Van Barneveld flikt het weer: Ik doe dit voor het hele land
- Tubantia Kees Graafland 11-01-18 Deze krasse knarren rijgen de wereldrecords aaneen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.