bedwelmen
Nederlands
Woordafbreking
- be·dwel·men
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘benevelen’ voor het eerst aangetroffen in 1401 [1]
- Afgeleid van dwelm met het voorvoegsel be-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bedwelmen |
bedwelmde |
bedwelmd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bedwelmen
- overgankelijk iemands bewustzijn verminderen of laten verliezen door blootstelling aan een bepaalde stof, benevelen
- Het gas in de ruimte bedwelmde hem.
- Hij was bedwelmd door de drugs.
Vertalingen
1. iemands bewustzijn verminderen of laten verliezen door blootstelling aan een bepaalde stof
Gangbaarheid
- Het woord bedwelmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bedwelmen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.