bedisselaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·dis·se·laar
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van bedisselen met het achtervoegsel -aar

enkelvoud meervoud
naamwoord bedisselaar bedisselaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bedisselaar m

  1. iemand die iets regelt
    •  

Gangbaarheid

  • Het woord 'bedisselaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.