bedekte

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·dek·te

Werkwoord

vervoeging van
bedekken

bedekte

  1. enkelvoud verleden tijd van bedekken
    • Ik bedekte. 
    • Jij bedekte. 
    • Hij, zij, het bedekte. 

Bijvoeglijk naamwoord

bedekte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bedekt

Deelwoord

bedekte

  1. verbogen vorm van het voltooid deelwoord bedekt van bedekken
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.