beantwoorder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ant·woor·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beantwoorder beantwoorders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

beantwoorder [1]

  1. iemand die beantwoordt
  2. apparaat dat beantwoordt
Hyponiemen
Vertalingen

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.