beaming
Nederlands
Woordafbreking
- be·a·ming
Zelfstandig naamwoord
beaming v [1]
- uiting die aangeeft dat je het ergens mee eens bent
- „Die cultuur wordt gekarakteriseerd door een beaming van het leven, omdat het anders niet uit te houden zou zijn. [2]
- Torfs: 'Ik vind het zelfs een beaming van wat het leven is. De keuzes die mensen maken in het leven zijn meestal ook mossel noch vis. Zij maken ook compromissen.' [3]
Gangbaarheid
- Het woord 'beaming' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beaming' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Michel Krielaars 26 augustus 2016 ‘Ik schrijf geen boeken, ik praat boeken’
- De Standaard 30/04/2011 door bdd, Wim Winckelmans, Isabel Albers Nieuwe CD&V-ideologie is klaar
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.