bataat
![](../I/m/Ipomoea_batatas.jpg)
Ipomoea batatas
Nederlands
Woordafbreking
- ba·taat
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘zoete aardappel’ voor het eerst aangetroffen in 1565 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bataat | bataten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) (voeding) Ipomoea batatas
tropisch knolgewas, een soort grote zoete aardappel
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord bataat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bataat' herkend door:
36 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "bataat" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- bataat op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Estisch
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.