bassen
Nederlands
Woordafbreking
- bas·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bassen |
baste |
gebast |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
bassen
- blaffen, het geluid maken dat kenmerkend is voor de hond
- (figuurlijk) inergatief met een luide, lage stem iets roepen
- "Dat gaat zomaar niet!" baste hij.
Hyponiemen
- aanbassen
Gangbaarheid
- Het woord bassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bassen' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.