bareel

bareel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·reel
enkelvoud meervoud
naamwoord bareel barelen
verkleinwoord bareeltje bareeltjes

Zelfstandig naamwoord

bareel m

  1. slagboom
    • De bromfietser reed langs het bareel en werd door de trein gegrepen. 
  1. hekvormige afsluiting van een spoorwegovergang
Synoniemen
  1. tolhek, spoorwegboom, dranghek

Gangbaarheid

  • Het woord bareel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.