bare

Niet te verwarren met: båre

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·re

Werkwoord

vervoeging van
baren

bare

  1. aanvoegende wijs van baren

Bijvoeglijk naamwoord

bare

  1. verbogen vorm van de stellende trap van baar
    • Is dat iets anders dan bare onzin? 
    • Mijlen en mijlen rondom was niets dan bare zee. 


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈbɑːɾə/
Woordafbreking
  • ba·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijwoord: Afkomstig van het Oudnoorse woord berre.
  • Werkwoord: Afkomstig van de Nederduitse woorden "bargen" en "bergen" (bergen).
Naar frequentie 33

Bijwoord

bare

  1. alleen, alleen maar, enkel, slechts
Synoniemen
vervoeging
onbepaalde wijs bare
tegenwoordige tijd barer
verleden tijd baret
bara
voltooid
deelwoord
baret
bara
onvoltooid
deelwoord
barende
lijdende vorm bares
gebiedende wijs bar
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

bare

  1. zie: bare seg



Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈbɑːɾə/
Woordafbreking
  • ba·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Werkwoord [A]: Afkomstig van de Nederduitse woorden "bargen" en "bergen" (bergen).
  • Werkwoord [B]: Afkomstig van het Oudnoorse woord barr.

Bijwoord

bare

  1. verouderde spelling of vorm van berre van vóór 2012
(verouderd) onbepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van bare
vervoeging
onbepaalde wijs bare
bara
tegenwoordige tijd barar
verleden tijd bara
voltooid
deelwoord
bara
onvoltooid
deelwoord
barande
lijdende vorm barast
gebiedende wijs bar
bara
bare
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking [A] + [B]

Werkwoord

[A] bare

  1. zie: bare seg

Werkwoord

[B] bare

  1. pijnboomtakken strooien of leggen (op)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.