bandlid
Nederlands
Woordafbreking
- band·lid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van band zn en lid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bandlid | bandleden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bandlid o
- iemand die meespeelt in een muziekband
- De band redde zich er uit door vervolgens twee uur lang te spelen voor hun fans. Bandlid Lennard Kiezenbrink: “De presentatie alsnog verzetten zat er niet in. Het stond wel een beetje lullig.” [1]
- Pearl Jam zou vanavond optreden in Londen, maar moet het concert in de O2 Arena noodgedwongen cancelen door een ziek bandlid. Leadzanger Eddie Vedder is zijn stem kwijt, laat de band op Twitter weten. [2]
- Kort na het begin van de tweede helft in de WK-finale tussen Frankrijk en Kroatië hebben vier bandleden van de Russische punkband Pussy Riot het veld bestormd. Het 'moment of fame' van de veldbestormers was van korte duur. De beveiligers grepen snel in. [3]
Gangbaarheid
- Het woord bandlid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bandlid' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Lucien Baard 14-05-18, Presentatie nieuwe album Dokter Watjes loopt in de soep: cd's niet op tijd klaar
- Tubantia 19-06-18, Concert Pearl Jam in Londen last minute gecanceld
- Tubantia 15-07-18 Pussy Riot krijgt fikse boete voor bestorming veld tijdens WK-finale
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.