bakende af

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·ken·de af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afbakenen

bakende af

  1. enkelvoud verleden tijd van afbakenen
    • Ik bakende af. 
    • Jij bakende af. 
    • Hij, zij, het bakende af. 

Gangbaarheid

  • Het woord bakende af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.