bagatelle
Nederlands
Woordafbreking
- ba·ga·tel·le
Woordherkomst en -opbouw
- Via het Franse bagatelle en het Italiaanse bagattella van het Latijnse baca (bes).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bagatelle | bagatellen, bagatelles |
verkleinwoord | bagatelletje | bagatelletjes |
Zelfstandig naamwoord
bagatelle v/m
- een klein en licht muziekstuk
- Een bagatelle uit opus 126 van Beethoven.
- een kleinigheid, bagatel
- Ruzie over slechts een bagatelle.
Gangbaarheid
- Het woord bagatelle staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bagatelle' herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.