aviobrug
Nederlands
Woordafbreking
- avio·brug
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | aviobrug | aviobruggen |
| verkleinwoord | aviobrugje aviobruggetje |
aviobrugjes aviobruggetjes |
Zelfstandig naamwoord
aviobrug v/m
- (luchtvaart) beweegbare looptunnel tussen vliegtuig en luchthavengebouw
Gangbaarheid
- Het woord 'aviobrug' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aviobrug' herkend door:
| 39 % | van de Nederlanders; |
| 19 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.