appreciëren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ap·pre·cië·ren, ap·pre·ci·eren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘op of naar waarde schatten’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
  • afgeleid van het Franse apprécier (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
appreciëren
apprecieerde
geapprecieerd
zwak -d volledig

Werkwoord

appreciëren

  1. overgankelijk naar waarde schatten, op prijs stellen
    • Dat werd bijzonder geapprecieerd. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord appreciëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.