amusant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  amusant    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑmy'zɑnt/
Woordafbreking
  • amu·sant
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vermakelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen amusantamusanteramusantst
verbogen amusanteamusantereamusantste
partitief amusantsamusanters-

Bijvoeglijk naamwoord

amusant

  1. vermakelijk.
    • Hij vertelde enkele amusante verhalen. 

Gangbaarheid

  • Het woord amusant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Frans

  enkelvoud meervoud
  mannelijk   amusant amusants
  vrouwelijk   amusante amusantes

Bijvoeglijk naamwoord

amusant

  1. amusant

Werkwoord

amusant

  1. tegenwoordig deelwoord (participe présent) van amuser
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.