amulet
![](../I/m/Amulet_%E2%80%93_naszyjnik_-_Nabyty_w_Kabulu_-_000848s.jpg)
1. hanger, meestal om de hals gedragen, die drager bovennatuurlijke bescherming biedt (uit Afghanistan)
Nederlands
Woordafbreking
- amu·let
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘talisman’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
- van Latijn amuletum [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amulet | amuletten |
verkleinwoord | amuletje | amuletjes |
Zelfstandig naamwoord
amulet m/v
- hanger, meestal om de hals gedragen, die drager bovennatuurlijke bescherming biedt
Gangbaarheid
- Het woord amulet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'amulet' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Engels
Uitspraak
- IPA: /ˈæmjəlɪt/
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.