amulet

1. hanger, meestal om de hals gedragen, die drager bovennatuurlijke bescherming biedt (uit Afghanistan)

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  amulet    (hulp, bestand)
  • IPA: /amyˈlɛt/
Woordafbreking
  • amu·let
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘talisman’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
  • van Latijn amuletum [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord amulet amuletten
verkleinwoord amuletje amuletjes

Zelfstandig naamwoord

amulet m/v

  1. hanger, meestal om de hals gedragen, die drager bovennatuurlijke bescherming biedt
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord amulet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈæmjəlɪt/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse amuletum.
enkelvoud meervoud
amulet amulets

Zelfstandig naamwoord

amulet

  1. amulet
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.