aikido
Nederlands
Woordafbreking
- ai·ki·do
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Japans, in de betekenis van ‘Japanse gevechtssport’ voor het eerst aangetroffen in 1972 [1]
- uit het Japans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aikido | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
aikido o
Gangbaarheid
- Het woord aikido staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aikido' herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.