agrarisch

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • agra·risch
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘m.b.t. de landbouw’ voor het eerst aangetroffen in 1769 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen agrarischagrarischer
verbogen agrarischeagrarischere
partitief agrarischagrarischers-

Bijvoeglijk naamwoord

agrarisch

  1. betrekking hebbend op de landbouw
    • De agrarische sector is de laatste eeuw sterk gemoderniseerd in Nederland. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord agrarisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.