agogiek
Nederlands
Woordafbreking
- ago·giek
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vormingswerk’ voor het eerst aangetroffen in 1992 [1]
- afgeleid van agoog met het achtervoegsel -iek [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agogiek | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
agogiek v [3]
- (muziek) leer van de minuscule veranderingen in de uitvoering (bijv. het tempo) ter wille van de voordracht
- de leer van het begeleiden, aansturen of beleidsmatig mogelijk maken van veranderingsprocessen bij mensen
Gangbaarheid
- Het woord agogiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'agogiek' herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.