afwijzend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·wij·zend
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen afwijzendafwijzenderafwijzendst
verbogen afwijzendeafwijzendereafwijzendste
partitief afwijzendsafwijzenders-

Bijvoeglijk naamwoord

afwijzend

  1. afkeurend, negatief
    • Hij keek haar met een afwijzende blik aan. 
Vertalingen

Bijwoord

afwijzend

  1. niet eens met
    • Er werd door de meeste leden afwijzend gereageerd op het voorstel. 
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
afwijzen

afwijzend

  1. onvoltooid deelwoord van afwijzen

Gangbaarheid

  • Het woord afwijzend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.