afwegen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·we·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afwegen
woog af
afgewogen
klasse 2 volledig

Werkwoord

afwegen

  1. overgankelijk het ene belang vergelijken met het andere
    • Deze zaken dienen nauwkeurig afgewogen te worden. 
  1. overgankelijk een bepaalde massa door weging afzonderen
    • Er werd 50 miligram afgewogen en opgelost in zwavelzuur. 

Gangbaarheid

  • Het woord afwegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.