afvoerder
Nederlands
Woordafbreking
- af·voer·der
Zelfstandig naamwoord
afvoerder [1]
- een spier die een lichaamsdeel van het lichaam af doet bewegen
- iemand die iets of iemand verwijdert
Gangbaarheid
- Het woord 'afvoerder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afvoerder' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.