afvaart

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·vaart
enkelvoud meervoud
naamwoord afvaart afvaarten
verkleinwoord afvaartje afvaartjes

Zelfstandig naamwoord

afvaart v

  1. wegvaren van de wal van een vaartuig
    • We hebben gewacht tot de afvaart van de veerdienst. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afvaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Werkwoord

vervoeging van
afvaren

afvaart

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvaren
    • ... dat jij afvaart. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvaren
    • ... dat hij afvaart. 

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.