aftroeven
Nederlands
Woordafbreking
- af·troe·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en troeven ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aftroeven |
troefde af |
afgetroefd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aftroeven
- overgankelijk (kaartspel) door een troef te spelen zich een slag toe-eigenen
- Hij opende door een schoppenaas te spelen maar dat werd al meteen afgetroefd.
- iets beter doen dan iemand anders
- De tienkamper overtroefde zijn tegenstanders op alle onderdelen.
- overgankelijk, (figuurlijk) iemands bewering of uitleg met een scherpe tegenwerping neutraliseren
- In de vergadering werd zijn voorstel onmiddellijk afgetroefd door de penningmeester omdat er geen geld voor was.
Gangbaarheid
- Het woord aftroeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aftroeven' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.