aftasten

Nederlands

Uitspraak

IPA: /'ɑftɑstə(n)/

Woordafbreking
  • af·tas·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aftasten
tastte af
afgetast
zwak -t volledig

Werkwoord

aftasten

  1. overgankelijk aanrakend onderzoeken
    • In het pikkedonker tastte hij de muur af om de lichtschakelaar te vinden. 

Gangbaarheid

  • Het woord aftasten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.