afsteken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ste·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afsteken
stak af
afgestoken
klasse 4 volledig

Werkwoord

afsteken

  1. overgankelijk door insteken van bijvoorbeeld een spade een hoeveelheid materiaal verwijderen
    • Hij heeft de rand van het perkje keurig afgestoken. 
  1. inergatief een groot contrast geven
    • Die kleur stak sterk af bij de achtergrond. 
  1. overgankelijk doen ontbranden
    • Hij wilde een lucifer afsteken, maar het was te winderig. 
  1. overgankelijk een redevoering, zang of preek ten gehore brengen
    • Hij begon een scheldpartij af te steken, maar de voorzitter belette hem dat. 
Typische woordcombinaties
  • [3]: vuurwerk afsteken
Uitdrukkingen en gezegden
  • iemand de loef afsteken
iemand te snel of te slim af zijn
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afsteken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.