afratelen
Nederlands
Woordafbreking
- af·ra·te·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en ratelen ww
Werkwoord
afratelen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afratelen |
ratelde af |
afgerateld |
zwak -d | volledig |
- in een veel te hoog tempo een bepaalde tekst voorlezen of opzeggen
- Jane heeft genoeg van haar eindredacteur die elke spontaniteit weert uit het programma en haar en haar gast van de dag stompzinnige voorgekauwde dialoogjes laat afratelen. [2]
- Hebt u even tijd voor een kleine test? Klaar? Vraag 1: kunt u een film noemen waarin er twee of meer mannen voorkomen met een naam? Vraag 2: voeren die mannen in de film een gesprek? Vraag 3: als ze met elkaar praten, gaat het dan over iets anders dan vrouwen? Wat een onnozele test, denkt u, en u hebt gelijk. De filmtitels verdringen zich, net zoals bij mij, in uw hoofd en u zou gerust een halfuur aan een stuk een rijtje kunnen afratelen. [3]
Gangbaarheid
- Het woord afratelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afratelen' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Standaard 30 JANUARI 2015 John Vervoort Dame blance en haar stalker
- De Standaard 08 NOVEMBER 2013 Vicky Vanhoutte Doe de test
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.