afpluizen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·plui·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afpluizen
pluisde af
afgepluisd
zwak -d volledig
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afpluizen
ploos af
afgeplozen
klasse 2 volledig

Werkwoord

afpluizen [1] [2]

  1. overgankelijk in kleine vezeltjes, plukjes van het bot afplukken
  2. overgankelijk van pluisjes ontdoen of reinigen
Afgeleide begrippen
  • afpluizing

Gangbaarheid

  • Het woord afpluizen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.