afnemende

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ne·men·de

Bijvoeglijk naamwoord

afnemende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van afnemend

Werkwoord

vervoeging van
afnemen

afnemende

  1. verbogen vorm van het onvoltooid deelwoord van afnemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.