afnemend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ne·mend

Werkwoord

vervoeging van
afnemen

afnemend

  1. onvoltooid deelwoord van afnemen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen afnemendafnemenderafnemendst
verbogen afnemendeafnemendereafnemendste
partitief afnemendsafnemenders-

Bijvoeglijk naamwoord

afnemend

  1. kleiner worden van de verlichting van de maan in de periode van volle tot nieuwe maan in
    • Morgen is het 's-nachts donkerder dan vandaag want er is een afnemende maan. 
  1. achteruitgaand
    • Er is een afnemende welvaart in ons land.  
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord afnemend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.