aflezen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·le·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aflezen
las af
afgelezen
klasse 5 volledig

Werkwoord

aflezen

  1. de meetwaarde bepalen door te kijken naar een meetapparaat
    • Ik liep naar buiten om de thermometer af te lezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord aflezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.