aflezen
Nederlands
Woordafbreking
- af·le·zen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af en lezen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aflezen |
las af |
afgelezen |
klasse 5 | volledig |
Werkwoord
aflezen
- de meetwaarde bepalen door te kijken naar een meetapparaat
- Ieder jaar moet ik de gasmeter aflezen om de meterstanden door te geven aan het gasbedrijf.
- Ik liep naar buiten om de thermometer af te lezen.
Gangbaarheid
- Het woord aflezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aflezen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.