afkicken
Nederlands
Woordafbreking
- af·kic·ken
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘ontwennen van drugs’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1]
- samenstelling van af en kicken [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afkicken |
kickte af |
afgekickt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
afkicken
- Het stoppen van een verlaving of gewoonte met ontwenningsverschijnselen.
- Vrijwillig afkicken heeft bijna nooit succes, hoewel elke nieuwe methode weer enthousiast wordt ontvangen en er fantastische resultaten worden beloofd.
- Paling helpt als verslavingsarts bij een zorginstelling in Leiden mensen bij het afkicken van alcohol, drugs én wat hij ‘benzo’s’ noemt.[3]
Gangbaarheid
- Het woord afkicken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afkicken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "afkicken" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- afkicken op website: Etymologiebank.nl
- NRC Karel Berkhout 18 februari 2018 Verslaafd aan een pilletje voor het slapen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.