afbekken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·bek·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afbekken
bekte af
afgebekt
zwak -t volledig

Werkwoord

afbekken

  1. overgankelijk iemand op grove wijze te woord staan
    • Hij vroeg beleefd om nadere toelichting, maar hij werd alleen maar afgebekt. 

Gangbaarheid

  • Het woord afbekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.