adept

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • adept
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘ingewijde’ voor het eerst aangetroffen in 1660 [1]
  • Afkomstig van het Latijnse adeptus [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord adept adepten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

adept m

  1. ingewijde in de geheimen van een kunst of wetenschap van een sekte; in het bijzonder beoefenenaar der alchemie

Gangbaarheid

  • Het woord adept staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  adept (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈædɛpt/
  • SAMPA: /"{dEpt/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Franse adepte.
stellend vergrotend overtreffend
adeptmore adeptmost adept

Bijvoeglijk naamwoord

adept

  1. bedreven
  2. deskundig
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.