adellijk
Nederlands
Woordafbreking
- adel·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘lang bewaard (van vlees)’ voor het eerst aangetroffen in 1780 [1]
- Afleiding van adel met het achtervoegsel -lijk.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | adellijk | adellijker | adellijkst |
verbogen | adellijke | adellijkere | adellijkste |
partitief | adellijks | adellijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
adellijk
- (adel) van of behorende tot de adel
- Hij is lid van een adellijk geslacht.
- (van vlees) op het punt om tot bederf over te gaan.
Gangbaarheid
- Het woord adellijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'adellijk' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.