adderen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Latijnse 'addere'
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
adderen
addeerde
geaddeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

(als werkwoord)

addéren overgankelijk

  1. optellen
  2. (scheikunde) (nieuwe moleculen) vormen uit de samenvoeging van twee bestaande moleculen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

adderen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord adder

Gangbaarheid

  • Het woord 'adderen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.